herman de vries: rosa canina 2001

 

De laatste tijd vraag ik me af: Hoeveel zie en ervaar ik van de werkelijkheid om me heen? Die vraag is gewekt door de natuurfotografie van mijn dochter. Zij fotografeert de wereld van de microkosmos. Een klein kevertje, hommels, libellen, een rijke wereld waar ik vaak aan voorbij loop omdat mijn blik of mijn aandacht gericht is op andere dingen. Niet dat ik niet geniet van de schoonheid, maar ik kan die gelaagdheid niet steeds zien, toelaten en ervaren. Het voelt soms ook te groot om allemaal te kunnen bevatten.

Deze zomer was ik weer in Schoorl. Fietsend door de prachtige duinen met de bloeiende heide moest ik  denken aan Rainer Maria Rilke. Hij schrijft op 13 september 1907 aan zijn vrouw Clara: “…nooit ben ik door heide zo geroerd, aangegrepen bijna, als kortgeleden toen ik in je lieve brief deze drie takjes vond.” Rilke is  geraakt door de kleur, de geur, de vorm, die hij uitvoerig schetst in woorden. Hij schrijft haar, hoe hij, wandelend door de overvloed van een bloeiend heideveld, die schoonheid niet kon ervaren omdat hij zo versnipperd was over allerlei dingen. En dan zegt hij: “Alleen de tien dagen na de geboorte van Ruth (zijn dochter) heb ik geloof ik, zonder verlies geleefd en vond ik de werkelijkheid zo onbeschrijfelijk, tot in het kleinste toe, zoals zij waarschijnlijk altijd is.” In die laatste woorden herken ik mijn eigen verlangen te leven ‘zonder verlies’ en de werkelijkheid dieper te ervaren.

Door een vriendin werd ik attent gemaakt op de tentoonstelling Voor je voeten, van Herman de Vries, in het Stedelijk Museum Alkmaar. Ze vertelde dat het zo’n mooie en verstilde tentoonstelling was. Daar zag ik een bijzonder werk: Rosa Canina: veertien takken van de hondsroos verticaal gerangschikt. Doordat de takken zo verrassend gerangschikt waren werd ik getroffen door de schoonheid ervan. Iedere tak heeft een unieke tekening van doornen en toch zijn het allemaal takken van de hondsroos. Terwijl ik regelmatig mijn rozen snoei heb ik nog nooit zo naar de takken met doornen gekeken. Herman de Vries duidt niets maar rangschikt en toont. Door de manier waarop hij de werkelijkheid laat zien, licht hij een tip van de sluier op van een diepe waarheid: hoe alles uniek is en toch met elkaar verbonden.

Het werk ‘Rosa Canina’ is een prachtige metafoor voor de wereld van de mens. We zijn allemaal uniek en het is goed om onze talenten te leven en onze uniciteit tot uitdrukking te brengen. En we zijn allemaal verbonden met elkaar in ons menszijn. Een gemeenschap waar geen ruimte is voor ieders eigenheid is star, saai en wordt levenloos. Een persoon die op zichzelf gericht blijft mist medeleven en compassie. Rabbi Rami. M. Shapiro schrijft in het boek Minyan:  Een gezonde wereld heeft beide nodig: zowel… de individualiteit als… de onderlinge afhankelijkheid. De menselijke geest draagt beide neigingen in zich en moet de een met de ander in balans houden…..De spirituele praktijk heeft tot doel deze twee neigingen met elkaar in evenwicht te brengen en zo je talenten door het zelf naar eenheid te leiden.”

Het is precies dit spanningsveld dat ik zelf heel goed ken en veel in het werken met mensen tegenkom. Het werken met stem is een uitnodiging om die uniciteit te laten klinken. Mijn streven is om de vrijheid en verdieping die dan ontstaat in te zetten ten dienste van een groter geheel. Al jaren staat de volgende tekst van Martin Buber op mijn website: “Waarom moet ik me op mezelf bezinnen, waarom mijn wezen tot eenheid brengen…..Niet ter wille van mezelf….bij zichzelf beginnen maar niet bij zichzelf eindigen, van zichzelf uitgaan maar niet naar zichzelf toe streven, zichzelf zijn maar niet met zichzelf bezig zijn.”

Mariejan