Jacques Verheijen
Tien porta aniego to vradie
Tekst: Thassos Livaditis
Muziek; Mikis Theodorakis
Tien porta aniego to vradie
Tie lamba krato psiela
Na doune ties yies i thliemenie
Narthoune na vroun syntrofia
Na vroune stromeno trapezie
Stamnie ya na pjie o kaimos
Manamessa mas tha steki
O ponos tou kosmou aderfos
Na vroune goni’a nákoumbiessoun
Skamnie ya na katsie o tieflos
Ki ekie kathos tha mielame
Tharthie syntrofia kio Christos
s’ Avonds open ik de deur en houd ik de lamp omhoog, opdat de bedroefden der aarde het licht zien en komen en gezelschap vinden Opdat ze een gedekte tafel vinden, een kruik, zodat het verdriet te drinken heeft en tussen ons in bevindt zich de pijn, die de broeder is van iedereen Opdat ze een hoekje vinden om te liggen, een krukje waarop de blinde kan zitten, daar, terwijl we praten zullen kameraadschap en Christus in ons midden komen
Een jaar geleden liet Jacques me dit lied van Mikis Theodorakis horen. Terwijl we er samen naar luisterden stroomden tranen van beroering over zijn wangen. Jacques werd diep geraakt door muziek, hij leefde muziek, kon zich er helemaal in onderdompelen. Als een monnik kon hij uren werken aan een compositie, een mooie harmonie, een tweede stem die hij subtiel door de begeleiding weefde. Hij vergat dan alles: de tijd, eten en andere praktische zaken. Jacques was al een aantal jaren ernstig ziek. Op woensdag 17 oktober is hij overleden. We hebben op informele wijze, afscheid van hem genomen. Zijn kist stond in een mooie binnentuin te midden van de bloeiende herfstasters. Er klonk muziek, er werd gesproken vanuit het hart, alles in een bijzondere en intieme sfeer.
25 Jaar geleden ontmoette ik Jacques en vanaf het eerste moment werd ik geïnspireerd en gestimuleerd door zijn bevlogenheid , toewijding en bezieling. Ik heb veel van hem geleerd. We waren allebei zo verschillend, maar haalden het beste in elkaar naar boven. Dierbaar zijn de herinneringen aan de concerten die we gaven en de CD’s die we hebben gemaakt. En hoe hij tijdens de zomerse afsluiting van de jaarcursussen iedereen begeleidde op de vleugel.
Sinds 2015 werkten we weer aan een nieuw concertprogramma. Allebei kwetsbaarder: Jacques’ gezondheid die steeds verder achteruit ging en mijn veranderde stem die niet meer kon wat ik zou willen. Zonder haast of druk kwamen we steeds bij elkaar en kregen we helder waar het over moest gaan: over de verwondering van het grootouder zijn, over veerkracht, compassie, broederschap. Over het kleine dichtbije van het dagelijkse leven en de grote thema’s in de wereld.
Het laatste half jaar werd steeds duidelijker dat, gezien de gezondheid van Jacques, er geen voorstelling meer zou komen. Toch bleven we samenkomen. Onze repetities begonnen vaak met koffie, thee, een croissantje, een haring, een appelflap en we deelden wat er speelde in ons leven. Dan gingen we aan het werk. Ik heb in al die jaren genoten van de passie en toewijding om samen te zoeken naar de mooiste interpretatie van een lied. De vreugde van samen schoonheid ervaren. De kwetsbaarheid van grenzen verleggen. Ook momenten dat het stroef ging, omdat onze verschillende karakters en opvattingen dan botsten. In de woorden leken de verschillen dan onoverbrugbaar, maar in de muziek vonden we elkaar weer en sprak de taal van ons hart in plaats van ons hoofd. Wonderlijk genoeg werden de liederen waarover we het meest streden vaak de dierbaarste.
Hoe ziek Jacques in het laatste jaar ook was, hij bleef componeren en zoeken naar nieuw repertoire. Op 16 juli zei hij: “Hoe vind je de titel: 18 kleine liedjes uit een grote wereld.” Maar kort voor zijn dood zei hij: “Er zit nog zoveel muziek in mijn hoofd maar ik kan het niet meer opschrijven.”
Dank je wel Jacques voor al die mooie jaren die voor altijd in me blijven. Dank voor het delen van je innerlijke rijkdom en je muzikale talent met mij en vele anderen en met het publiek. Samen met jou kreeg ik vleugels.
Mariejan