Deze kaart: ‘De vlucht naar Egypte van Giotto (1267-1337)’ kocht ik jaren terug in de Basillica di St Francesco in Assisi. We waren daar beland na een hachelijk avontuur. In Ancona was onze auto opengebroken en waren alle koffers gestolen. Enigszins bekomen van de schok streken we even later neer in Assisi, zonder bagage, met alleen de kleren die we aan hadden. Ik vond het ook wel symbolisch op de plek waar St Franciscus had geleefd…
De vlucht naar Egypte: Het Christuskind is geboren. Jozef en Maria zijn op weg naar Egypte, engelen waken over hen. De beeltenis ademt rust en toch zijn ze op de vlucht. Ik moet denken aan de vluchtelingen in deze tijd. Alle mensen die wereldwijd op de vlucht zijn voor oorlogen, natuurrampen. Vaak gedreven door armoede. Op zoek naar een veilige plek, een menswaardig bestaan.
Op dit moment lijdt een flink deel van de wereldbevolking onder het coronavirus. Het virus treft kwetsbaren en ouderen. Er worden maatregelen genomen die verstrekkende gevolgen hebben: maatschappelijk, economisch, sociaal, psychisch. Veel mensen zien hun hele wereld in elkaar storten door (dreigend) faillissement, schulden, verlies van dierbaren en/of eigen gezondheid. Mensen voelen zich eenzaam, angsten laaien op. Ook is er onvrede over alle maatregelen. Belangrijk dat kritische stemmen gehoord blijven worden, maar het kan soms lastig zijn om de heldere kritische geluiden te onderscheiden van dwaalsporen.
Al mijmerend sta ik stil bij het gegeven dat enerzijds de vluchtelingen op zoek zijn naar een veilige ‘thuishaven’ en dat anderzijds veel mensen in de lock-down zich juist gevangen voelen in hun ‘thuisplek’. We worstelen allemaal, ieder op eigen wijze, met de onveiligheid van het bestaan, met onze kwetsbaarheid. Niet alles is maakbaar en oplosbaar. Ik moet denken aan een tekst van Rilke:
Wij moeten ons bestaan aanvaarden voor zover het maar enigszins mogelijk is; alles, ook het ongelooflijke, moet daarin mogelijk zijn. In feite is de enige moed die van ons wordt verlangd: het moedig zijn tegenover het vreemdste, wonderlijkster en ondoorgrondelijkste dat ons kan overkomen……..Wij hebben geen reden tot argwaan jegens onze wereld, want zij is niet tegen ons. Heeft zij verschrikkingen, dan zijn dat onze verschrikkingen; heeft zij afgronden dan behoren die afgronden ons toe; zijn er gevaren dan moeten wij proberen ze lief te hebben….. Hoe zouden wij die oude mythen kunnen vergeten die aan de wieg van alle volkeren staan- de mythen over draken die op het allerlaatste ogenblik in een prinses veranderen; misschien zijn alle draken uit ons leven wel prinsessen die er alleen maar op wachten ons mooi en moedig te zien. Misschien is al het verschrikkelijke in diepste wezen wel het hulpeloze dat om hulp vraagt
Uit: “Brieven aan een jonge dichter.” van Rainer Maria Rilke
Het hulpeloze dat om hulp vraagt. Deze hele crisis confronteert ons met hoe we omgaan met de aarde, met mensen en dieren. Soms kan het zo overweldigend voelen dat je lamgeslagen voelt en denkt dat je overgeleverd bent aan krachten waar je geen invloed op heb. De Dalai lama zegt:
“Als je denkt dat je te klein bent om het verschil uit te maken, probeer dan eens een nacht te slapen met een mug op de kamer”
We hebben meer veerkracht dan we vermoeden. Het is echt de uitdaging om innerlijke rust te blijven voeden. Om geduld, moed, compassie en creativiteit in te blijven zetten.
je zou de rust moeten hebben
van een vogel gezeten op een tak
de voorzichtigheid van te staan aan een afgrond
de lichtvoetigheid van lopen op dun ijs. Willem Hussem
Dat wens ik iedereen toe -ook mezelf- in de uitdagingen waar we voor staan.
Mariejan